Resectie
Resectie is een klassieke manier om iets te lokaliseren. Je zet het instrument ergens neer waar je goed zicht hebt op minstens twee bekende controlepunten, en meet beide punten met een prisma of iets anders. De positie en richting van het instrument worden dan berekend op basis van die metingen.
Nadat je een nieuw station hebt gemaakt, kies je de optie Lokaliseren aan de rechterkant van het scherm. Kies dan de optie Resectie.
Als er geen puntenlaag in het project is, verschijnt het volgende dialoogvenster:
Maak een lege puntenlaag of ga terug naar het workflowvenster om een puntenlijst in csv-formaat te importeren. Check [Importreferenties].(/du/docs/preparation/import-workflows/import-references/) voor het importeren van een puntenlijstbestand.
Aan de rechterkant van het scherm zie je het werkstroomvenster Resection Localization (Lokalisatie van resectie). Hier kun je ervoor kiezen om de locatie van de scanner als nieuw controlepunt toe te voegen nadat de resectie is voltooid, door het selectievakje Adding result position as a point on the control layer (Resultaatpositie toevoegen als punt op de controlelaag) aan te vinken. Let op: als je deze optie kiest, moet je de hoogte van het instrument instellen, zoals we in de bovenstaande schermafbeelding hebben gedaan.
Je kunt ook een nieuw referentiepunt maken door op knop om het onderstaande dialoogvenster te openen en de coördinaten in te vullen zoals je wilt.
Kies je eerste bekende punt met het dropdownmenu in het paneel of door op een punt in het modelvenster te tikken. Gebruik de knop Referentiepunt toevoegen om extra punten toe te voegen voor de resectieberekening als dat nodig is.
Zodra je de punten hebt ingevoerd die je wilt gebruiken, tik je voor elk referentiepunt één voor één op de knop Doel meten. Je gaat dan naar het scherm voor doelmetingen. Meer instructies voor het voltooien van de waarneming vind je onder [Doelmeting].(/du/docs/capturing-data/scanning-options/target-scan/) artikel.
Als je de doelen van alle referentiepunten hebt gemeten, tik je op de knop Station lokaliseren om het lokalisatieproces te starten. Nadat de verwerking is voltooid, kun je het Registratiekwaliteitsrapport bekijken.
Tik op de X-knop rechtsboven in het rapport. Dan zie je de volgende opties in het paneel Workflow.
