Visuele uitlijning

Met de workflow Visuele uitlijning kun je een station ongeveer plaatsen en richten ten opzichte van geïmporteerde referenties zoals plattegronden of puntenwolken, of het richten ten opzichte van andere stations in het project met scangegevens. Deze optie wordt meestal gebruikt om een station dicht bij de juiste locatie te plaatsen voordat je punten selecteert voor lokalisatie of koppelingen maakt voor cloud-naar-cloudregistratie. Je moet ook een station hebben geselecteerd om de knop Visuele uitlijning te laten oplichten en selecteerbaar te maken.

Als je in de modus Visuele uitlijning bent, zie je de punten gekleurd per scan, zoals op de afbeelding hieronder, en kun je stations kiezen door hun punten of hun stationsmarkeringen te selecteren.

Als je een station kiest, zie je dat het bewegingsgizmo op het scherm wordt bijgewerkt en naar het gekozen station springt. Je ziet ook dat er knoppen aan de rechterkant zijn om de richting van de scan aan te passen. Het bewegingsgizmo op het scherm en de knoppen aan de rechterkant kunnen een beetje verschillen, afhankelijk van de weergavemodus die je gebruikt.

2D-uitlijning

Met de 2D-weergave ‘Floormap’ kun je de relatieve positie van de scan aanpassen op basis van hoe de weergave ten opzichte van de scangegevens staat. In de plattegrondoriëntatie kun je de scans dus alleen in het vlak verplaatsen en rond de Z-as draaien (zoals je in de afbeelding hierboven ziet). In een hoogteoriëntatie kun je ze alleen in het vlak van die hoogte verplaatsen en ze rond de as draaien die loodrecht op het scherm staat (zoals te zien is in de afbeelding hieronder).

• Met de rode pijl kun je de scan alleen langs de X-as van het beeld verplaatsen (niet zichtbaar in links/rechts).
• Met de groene pijl kun je de scan alleen langs de Y-as van het beeld verplaatsen (niet zichtbaar in voor/achter).
• Met de blauwe pijl kun je de scan alleen langs de Z-as van het beeld verplaatsen (niet te zien in het boven-/onderbeeld).
• Als je het vierkantje bij het kruispunt van de pijlen aanraakt, kun je vrij bewegen langs beide zichtbare assen loodrecht op het scherm.
• Als je de boog aanraakt, kun je rond de as loodrecht op het beeld draaien.

3D-uitlijning

Met de 3D-weergave kun je de scans nog beter controleren in één scherm, en bewegingen worden gedaan ten opzichte van het coördinatensysteem van het project in plaats van de oriëntatie van het scherm. Je kunt alle drie de assen aanpassen, in het vlak van de X/Y-assen, en rond de Z-as draaien.

Anders zijn de bedieningselementen hetzelfde (pijlen, vierkanten en bogen), maar zie je er meer tegelijk:

• Met de rode pijl kun je de scan alleen langs de X-as van het beeld verplaatsen (niet zichtbaar in links/rechts).
• Met de groene pijl kun je de scan alleen langs de Y-as van het beeld verplaatsen (niet zichtbaar in voor/achter).
• Met de blauwe pijl kun je de scan alleen langs de Z-as van het beeld verplaatsen (niet te zien in het boven-/onderbeeld).
• Als je het vierkantje bij het kruispunt van de pijlen aanraakt, kun je vrij bewegen langs beide zichtbare assen loodrecht op het scherm.
• Als je de boog aanraakt, kun je rond de as loodrecht op het beeld draaien.

Werkstroom

Visuele uitlijning kan worden gebruikt om één station te richten op andere stations in de buurt als een soort voorregistratietruc, zodat je makkelijker punten kunt kiezen of scans kunt koppelen die dicht bij de juiste plek zitten. Je kunt het ook gebruiken om een heleboel stations tegelijk uit te lijnen. Dit is handig als je gegevens als stations importeert, een niet-geregistreerd project importeert of als je een aantal scans hebt gedaan met het instrument zonder ze in het veld te lokaliseren.

Als je met meerdere scans werkt, kun je de scans gemakkelijk snel uit elkaar halen naar verschillende locaties als uitgangspunt en een van de scans grofweg op het scherm oriënteren als startpunt voor je uitlijning.

Als je ze eenmaal gescheiden hebt, kun je makkelijk afzonderlijke scans kiezen en ze ten opzichte van elkaar uitlijnen met de bewegingsgizmo.

We raden aan om dit eerst in de plattegrondweergave te doen en daarna de hoogtes in een van de hoogteweergaven in te stellen.

Je kunt dit allemaal tegelijk doen in de 3D-weergave, maar dat is meestal lastiger en duurt veel langer. Toch kan het handig zijn om de resultaten na afloop in de 3D-weergave te bekijken.

Als je tevreden bent met de geschatte uitlijning van de stations, kun je op de knop Gereed in het workflowmenu tikken om de transformaties die je hebt toegepast op de stations, locaties en oriëntaties in het project op te slaan.

Extra tools

Er zijn een paar extra tools in het rechterpaneel in de visuele uitlijningsmodus om je te helpen bij het uitlijnen.

• Transformatie-/rotatiepunt kiezen: Standaard is de bewegingsgizmo en het middelpunt van de rotatie op het scherm de locatie van het instrument. Tijdens het uitlijnen kan het echter handig zijn om een ander punt te kiezen als middelpunt van de rotatie of als locatie van de bewegingsgizmo, vooral bij kleine of nauwkeurige uitlijningen.

• Laatste beweging ongedaan maken: Hiermee maak je de laatste beweging van het geselecteerde station ongedaan voor het geval je een fout maakt en één stap terug wilt gaan.

• Hele transformatie resetten: Hiermee reset je de scan terug naar de oorspronkelijke transformatie voor die scan in deze sessie van visueel uitlijnen van scans.

• Scanvolume knippen: Hiermee schakel je een knipvak in voor de scans, zodat je vloeren, plafonds of aangrenzende ruimtes die in de scan zijn vastgelegd en die je niet wilt zien tijdens het uitvoeren van de visuele uitlijning, kunt wegknippen.